Merk je ook dat je een energiedipje na de maaltijden hebt, lusteloos of prikkelbaar bent of sneller in gewicht aankomt? Grote kans dat het hormoon insuline in de war is!
De feestdagen zijn weer aan de gang en je merkt dan ook dat door al het lekkere eten je nog meer zin hebt om ‘slecht’ te blijven eten. Dit is een vicieuze cirkel waarbij je hormoon insuline de boosdoener is!
Een paar handige tips en weetjes!
– Wandel na het eten 10 minuutjes om zo je insuline te verbeteren!
– Eet eerst groenten, dan pas eiwitten en vetten en pas op het laatst koolhydraten en suikers. Dat betekent dat je bijvoorbeeld start met een salade of broccoli, dan je eiwitten en als laatste de aardappelen.
– Probeer een extra voorgerecht, in de vorm van een salade te eten. De extra vezels in groenten zorgen dat zetmeel en suikers trager worden opgenomen wat resulteert in minder grote pieken in je bloedglucose.
– Stop met calorieën tellen, want de ene calorie is de andere niet. Als we suiker en koolhydraten eten, zorgt het hormoon insuline ervoor dat we sneller vet opslaan.
– Eet een hartig ontbijt, of in elk geval een ontbijt met zo min mogelijk graanproducten en suikers. De grote glucosepiek door granen en suiker aan het begin van de dag maakt je snel weer hongerig en zorgt bovendien de rest van de dag voor meer onregelmatige bloedsuikers.- Suiker is suiker, het maakt niet uit welke soort je neemt.
-Eet zoete dingen niet tussendoor, maar als toetje bij een hoofdmaaltijd. Door zoet na de
maaltijd te eten is de bloedsuikerspiegel al stabieler dan daarvoor.
-Neem voor de maaltijd wat azijn of citroensap, als drank of als dressing door je salade. Dit
hoeft niet voor iedere maaltijd maar meer als het je uitkomt en er aan denkt. Azijn zorgt ervoor dat het enzym alfa-amylase tijdelijk blokkeert waardoor de vertering van zetmeel en suikers langzamer gaat.
-Eet altijd iets bij de koolhydraten. Eet nooit iets dat alleen maar zetmeel of suiker bevat, maar eet er altijd iets bij. Zoals een (zilvervlies) rijstwafel (zetmeel) met macadamiaboter (vet en eiwit), of eerst een ei (eiwit) en dan (pure 85%) chocolade (suiker).